
Bij gravel denk ik aan tennis op Roland Gaross met veelal Spaanstalige uitblinkers, aan de 7e inning van Haarlemse Honkbalweek waarvan ik de puntentelling nog steeds niet begrijp en van het voormalige trainingsveld van mijn plaatselijk voebalclubje en dus aan kapot gevallen knieën.
Tegenwoordig is gravel niet meer alleen de favoriete ondergrond van Nadal, Bertens & co. maar ook van Kwiatkovski en Anna van der Breggen om maar eens wat namen te noemen. Niet toevallig oud-winnaars van de wielerkoers, en inmiddels semi klassieker, Strade Bianche
Met de Strade Bianche is meteen hét gravel wielerhoogtepunt van het jaar genoemd waardoor het grid, of gravel rijden, kortweg door mij gravelen genoemd, mede zo populair is geworden. En dat terwijl het niet eens over echt gravel gaat, maar over ‘witte wegen’.
Naast het wielrennen, het veldrijden en het mountainbiken is er met gravelen een soort van nieuwe wielerdiscipline ontstaan die in korte tijd sterk aan populariteit wint. Je zou kunnen denken dat het alleen maar is om alleskunner Matthieu van der Poel uit te dagen?
Veel top-wielrenners maken van de al eerder genoemde Strade Bianche hun eerste hoofddoel van het wielerseizoen en met winnaars als Kwiatkovski, Gilbert en Cancellara is dat inmiddels wel begrijpelijk. Wie wil nu niet in dat rijtje staan?
Onze eigen Lau (alsof hij ons bezit is?) ontpopt zich ondertussen tot het boegbeeld van het gravelen in de Lage Landen. Met zijn imago én uiterlijke kenmerken van een wielercowboy lijkt hij daarmee zijn wielerpensioen nog even uitgesteld maar tegelijkertijd ook veiliggesteld te hebben, slim als hij is.
Ook de Mantels, Futurums en Saldens van deze wereld spinnen er garen bij met een aanbod gravelbikes, kleding en accessoires. Niet dat die veel verschillen van reguliere fietsspullen, afgezien van de banden, maar zo werkt dat nu eenmaal. En wij trappen er met z’n allen in …nou bijna dan.
De organisatoren van toertochten zoeken zich ondertussen suf naar wegen die het stempel gravel verdienen om daarmee een toertocht uit te kunnen schrijven en dus inkomsten te genereren. En zie, dan zijn er ineens meer gravelwegen of die daar voor door kunnen gaan, dan we wisten.
Ook de Vuelta, Giro en zelfs de Tour spelen erop in en nemen een gravel,- of in ieder geval een gravelachtige rit (mooi woord voor scrable trouwens) op in hun routeschema; we kennen de beelden nog wel van de Finestre en Plateau des Glières.
Ik vind het zelf vooral boeiend om naar te kijken. De met stof of beter nog, met modder besmeurde wielrenners, die daarmee lijken op terug-in-de-tijd renners, vechten een heroïsche strijd die wordt beslecht in het historische centrum van Siena.
Waar we vroeger nog voetbalwedstrijden naspeelden als kleine jochies, in weer en wind, iets wat we nu, als wielerrecreamateurs, soms ook nog doen bij een zogenaamde bordjes-sprint, ook als een stel kleine jochies, voel ik me echt niet geroepen om de Strade Bianche na te fietsen.
Nee, ieder z’n ding maar voor mij (nog) geen grid, gravel of gravelen!