Interview met Tom, Tom Dumoulin! of toch niet?

Krijg ik zomaar ineens de kans om Tom, Tom Dumoulin te interviewen! Ik spreek Tom, de enige echte Tom Dumoulin dus, kort nadat hij zijn openingskoers van het seizoen 2019 had beëindigd met een mooie 7e plek in de eindrangschikking van de UAETour en aan de vooravond van de Tirreno Adriatico. Dit moet de opmaat worden voor nieuwe successen in met name de Giro d’Italia ’19.

Het gesprek heb ik zelf gearrangeerd in de T-kazerne in Maastricht, op een steenworp afstand van zijn thuis, vlak over de grens in België. Een plek waar hij graag komt en waar hij zich op z’n gemak voelt, niet geheel onbelangrijk voor een goed interview.

Terwijl we aan de koffie gaan, komt het gesprek al snel op zijn doorbraak als ronderenner. Nadat hij in 2010 zijn doorbraak vierde bij de belofterenners, brak hij in 2013 door bij het profpeloton en werd hij bekend bij wielerminnend Nederland en daarbuiten. Het is dan vooral de tijdrijder Tom Dumoulin die van zich doet spreken. Wanneer hij in 2015 een bergetappe wint in de Vuelta én lang meestrijdt voor de eindoverwinning, lijkt een carrière als ronderenner steeds meer voor de handliggend.

Toch spreekt Tom zelf pas van zijn definitieve doorbraak in 2017, het jaar waarin hij op indrukwekkende wijze de Giro won en zich net zo indrukwekkend tot wereldkampioen tijdrijden kroonde. ‘En weet je waar het toen allemaal is begonnen’, zegt Tom, ‘hier in de T-kazerne!’

‘Het was een spontane ingeving ergens begin december 2016′ vervolgt Tom het gesprek. Ik weet het nog goed. Via Facebook heb ik een soort van oproep gedaan om wat sportieve wielerfans uit te nodigen voor een gezamenlijke trainingstocht’. En dat heeft hij geweten. Zo’n 250 liefhebbers trotseerden de vrieskou en trokken naar Maastricht. ‘Ik was echt verbaasd, misschien ook een beetje naïef, maar gezien het koude weer had ik dat echt niet verwacht’ aldus Tom, Tom Dumoulin.

En dan neemt het gesprek een wending die ik niet had kunnen en durven bedenken. ‘Ik weet het nog goed’, zegt Tom, ‘toen ik ’s avonds de beelden terugzag op TV, wist ik het zeker!’ Het waren de jongens uit Geleen, herkenbaar aan het BLG tenue, die mij toen geïnspireerd hebben. Het feit dat zij nog eerder van huis zijn moeten gaan, in die vrieskou, om zich vervolgens bij mij te voegen, vond ik zo hartverwarmend, zo inspirerend! Ze waren er als één van de eersten die dag. Jammer dat ik die jongens nooit heb kunnen bedanken want, geloof het of niet, zij stonden aan de wieg van mijn Girozege en dus mijn grote internationale doorbraak!’

‘Nou Tom, Tom Dumoulin, dit is je kans’, zei ik. Met een, enigszins verbaasde blik, keek Tom mij aan alsof hij wilde vragen ‘waar gaat dit naar toe?’ maar nog voordat ik kon zeggen dat wie die wielerliefhebbers in BLG tenue uit Geleen zijn, die destijds deel uit maakte van zijn veelbesproken trainingsrit die, naar later bleek, tot de eindzege in de Giro ’17 heeft geleid, gaat bij mij de wekker en schrik ik wakker…..nee niet in de T-kazerne maar gewoon thuis in bed….

Over vooroordelen gesproken…

Nu het fietsseizoen, eerder dan verwacht, weer in alle hevigheid is losgebarsten, hoeven we niet lang te wachten op de eerste berichtgevingen over de iets minder sociale medeweggebruikers. De kleine minderheid aan fietsers die het zoals zo vaak verpest voor de grote groep liefhebbers. Die kleine groep roept ergernis en soms zels agressie op bij de andere medeweggebruikers. De groep die zich wel netjes aan de verkeersregels houdt, die wel het afval in de prullenbak stopt en die zelfs een bel op de fiets heeft én deze ook gebruikt waarvoor deze bedoeld is.

Laat ik daar even op inzoomen want dat is heel lang een “don’t” geweest onder ons wielerminnende recreanten. Een fietsbel, nee, dat was iets voor ANWB stellen die op zondag de fietspaden ‘terroriseren’ en niet voor wielrenners. Nee, wielrenners willen geen balast meesleuren en een bel, toch een gram of 30 zwaar, is balast. Er was een sneaky verstopte versie voor nodig om die bel er bij veel fietsers op te krijgen maar er is nog winst te boeken, om over fietsverlichting nog maar te zwijgen.

De groene ventieldopjes zijn een goed en leuk initiatief maar het zet niet aan tot solidair zijn waar het om handhaven van de verkeersregels gaat. Neen, wij fietsende reclamezuilen, zoals we in het langs gaan wel eens zijn genoemd, ‘foetelen’ nog te vaak bij een rood verkeerslicht, rotonde of zebrapad. We nemen, áls we het al nemen, het hele fietspad in beslag. Nee, we nemen liever het lekker lopende asvalt dan het slecht betegelde fietspad en dat allemaal zonder de verkeersveilig uit oog te verliezen.

Veiligheid boven alles; we dragen per slot van rekening allemaal, en dan bedoel ik ook echt allemaal een helm. Voor een paar tientjes heb je er al één dus dat weegt niet op tegen de extra grammen die zo’n fietshelm met zich meeneemt.

Vandaag was weer zo’n dag. Een heerlijke rit door het heuvelland gemaakt net als vele andere fietsende reclamezuilen die allemaal de vekeerslichten negeerden, voorrang namen, bananenschillen in de struiken gooiden en over de hele breedte van de weg fietsten en dat allemaal zonder helm en zonder te bellen.

Over vooroordelen gesproken!

Rokjesdag, maar dan anders…remastered

En dan is het, uit het niets, en klimatologisch veel te vroeg, lente. Zonnig en temperaturen die in het zuiden (hier dus) de dubbele cijfers halen. En niet zomaar dubbele cijfers, nee 18 misschien wel 19 graden. Om van gevoelstemperatuur nog maar te zwijgen want die zal bij menigeen nog wel wat hoger liggen. En dat na de schaatswedstrijden van vorige week. Hoe vaak ik de afgelopen tijd, waarin we toch zeker twee periodes van twee, drie dagen winterweer hebben gehad, heb gehoord dat er gesnakt werd naar beter weer, is niet meer op één hand te tellen. Nee, buiten fietsen zat er toen niet altij in en de dagen daarna was het vervolgens meer herfst dan winter en dus was het ook toen alles behalve lekker fietsweer en zo klimatonlogisch, tot veler frustratie.

Enfin, de winteruitrusting kan dit weekend in ieder geval in de kast blijven. Het zomertenue kan aan. De eerste blote benen zijn inmiddels gespot en, zeker weten, we gaan ook de korte mouwtjes zien. Misschien nog wel even starten met beenstukken en lange mouwen maar die kunnen waarschijnlijk snel uit. Bijzonder fenomeen overigens die arm en beenstukken. Kom ik vast nog wel eens op terug.

In ons achterhoofd weten we dat hiermee niet is gezegd dat het voorjaar, laat staan de lente, is begonnen. Nee, in tegendeel waarschijnlijk. We moeten er niet gek van opkijken wanneer we volgende week weer ‘gewoon’ de lange broek, jas en handschoenen moeten aantrekken.

Maar dat is voor later…het was genieten met een grote G. Het mooie heuvelland dat rond deze tijd van het jaar doorgaand rood, geel en groen kleurt, werd nu gekleurd door een bonte stoet aan wandelaars, motoren, cabrio’s maar vooral ook fietsers, waaronder ook de minder fanatieke recreanten. Nomaalgesproken haalt dit type fietser de fiets pas onder het laken vandaan zodra de AGR zich aandient maar op een pre-lente dag als deze ontwaken ook zij uit de winterslaap.

Het was al met al dus goed toeven vandaag. Cofid 19 verdwijnt voor even naar de achtergrond en de coffee-to-go met vlaai vond gretig aftrek!

Het was rokjesdag maar dan anders!

Beste Brakkeberg….

Beste Brakkeberg, wat is dat toch met jou? Gelegen in een mooie, goed bereikbare, bosrijke omgeving en toch zo,…hoe zal ik het zeggen, zo’n ondergeschoven kindje. Als het even kan laat de gemiddelde fietser, en dat zijn er nogal wat, je letterlijk én figuurlijk liever links liggen. Cijfers spreken wat dat betreft voor zich. 11.800 Stravanten hebben jou 22.437 keer beklommen; je collega ‘berg’ rechts van jou heeft 38.826 Stravanten mogen begroeten die 96.572  keer naar boven zijn gegaan.

Zeker aan het begin van het seizoen waarin de lekker lopende Daalhemmer,- Bemeler,-Loor,- en dus de Geulhemmerberg, gebruikt worden om de wintervacht van zich af te schudden, lig jij er roerloos bij.

Is het het stijgingspercentage van zo’n 11,6% wat afschrikt? Nee dat kan het niet zijn want dan zouden de Cauberg, Eyserboschweg, Keutenberg en Doodemansweg om er maar eens een paar te noemen, ook de populariteitsprijs niet winnen. En ook de lengte van jou, is met slechts 700 meter, niet bepaald angstaanjagend te noemen.  De ‘berg’ mag, mede door deze lengte en stijgingspercentage, gerust een echte kuitenbijter worden genoemd. Iedereen is blij als hij/zij boven is maar dat maakt je nog steeds niet bijzonder genoeg.
De ligging in het bos, aan Kasteel Geulzicht, waar ooit wijlen Jean Nelissen heeft gewoond, haalt wel jaarlijkse het tv verslag van de AmstelGoldRace. Dat zou an sich een bijdrage kunnen leveren aan jouw populariteit maar meer nog wanneer het peloton jou, bij gelegenheid, eens gaat beklimmen en niet alleen maar gaat afdalen. Dat spreekt toch minder aan.
Toegegeven, de kwaliteit van het asfalt spreekt ook niet in jouw voordeel maar dat is niet doorslaggevend al is daar zeker wel winst te behalen.
Opvallend feit is overigens dat bij de dalers wel meer in trek bent. Daar win je het met 37.230 tegen 9.447 Stravanten dik van je broertje. Dat zal ongetwijfeld met de te bereiken snelheid te maken en de adrenaline wat jij daarmee losmaakt.
Dit veroorzaak je vooral door je knik, bijna halverwege. Deze knik, want bocht kunnen we je niet noemen, is behoorlijk bedrieglijk. Op weg naar boven, word je na de knik vervelend stijler, op weg naar beneden, word je zelfs gevaarlijk, zeker ter hoogte van jouw putdeksel en hier dwing je iedereen in de remmen te knijpen. Maar ook dat maakt jou nog steeds niet uniek. Dan is er nog de kans op overstekend wild. Dat bord staat er niet voor niets, weet ik uit eigen ervaring, maar dat wild schrikt meer van ons fietsers dan andersom.

Dan kan het nog maar één ding zijn, beste Brakkeberg: jouw naam…het is jouw naam die afschrikt, want zeg nou zelf:

Brak: een gevoel van algehele misère,
dat nodigt ook niet echt uit.

Christopher!

‘Het Volk’ komt er weer aan

Jaren geleden was de voorjaarsklassieker ‘Omloop het Volk’ voor vele wielerliefhebbbers hét begin van het wielerseizoen, of in ieder geval het klassieker-seizoen. De Ruta del Sol was dat in zekere zin voor de meerdaagse koersen. Deze koersen werden steevast eind februari, begin maart, verreden. Op zondag, later in de middag, zaten wij, wielerfans, met z’n allen voor de buis en aanschouwden we de laatste beslissende kilometers. Dat deden we we dan op woensdag nog eens dunnetjes over voor de volgende (semi)klassieker. We kennen allemaal de beelden nog wel van de heroïsche, verregende of soms zelfs door kou en sneeuw verkleumde renners die door weer en wind voor de zege streden. De rest vernamen we de dag later uit de krant.
In die periode was er op zaterdag en zondagavond, Eredivisievoetbal op TV én om de twee weken Europacup, zoals dat toen heette, op woensdagavond. Je wist waar je en toe was en toen bleef je dus ook nog thuis voor een wedstrijd.

Hoe anders is dat nu.

Om even bij het voetbal te blijven; Van Eredivisie tot KeukenKampioendivisie, van Bundesliga tot Primera Division, Champions League, FA Cup, Croky Cup; de dagen dat er geen voetbal op tv is, zijn zeldzaam en zijn er geen bewegende beelden dan is er wel een ‘praat’programma over voetbal op tv.

Wielrennen kan dan bijna niet achter blijven. De wintermaanden zijn doorgaans gereserveerd door de Stamsnijders, Libotons, Groenendaals, Nijs’, van Aarts en van der Poels van deze wereld maar nog voordat zij hun jaarlijkse hoogtepunt vieren met het WKveldrijden, kloppen de wegrijders aan de deur.
Het wielerseizoen begint tegenwoordig al vroeg in januari met de Tour Down Under en in de Ronde in San Juan. Daar ontwaken de meeste renners uit hun winterslaap om vervolgens in Dubai Tour en Ronde van Oman verder te werken aan de vorm, in aanloop naar de Omloop het Nieuwsblad zoals deze klassieker zich nu mag noemen, de Primavera en alle andere grote wielerkoersen. Koersen waarin de beslissing vaak pas valt in de slotkilometers maar dat weerhoudt ons er niet van zitvlees te kweken tijdens de 100 saaie kilometers die daaraan voorafgaan. Wat voor voetbal geldt, geldt ook voor wielrennen. Bijna alle koersen, groot of klein, dichtbij of ver weg, zijn te volgen op tv of social media, en niet alleen de slotkilometers, en dat doen we dan ook. Liefst ook nog met uitgebreide voor,- en nabeschouwing maar daar waar de recreanten hun seizoen (kunnen) beginnen met de Volta Classic, begint het echte werk eind februari, met:

De Omloop het Volk (gesponsord door ‘het Nieuwsblad).

De spinningles, deel 2: En ze spinden nog lang….(remastered: met de billen bloot)

De spinningles dus, of beter gezegd Indoor Cycling zoals het tegenwoordig heet. Wanneer we dan, al dan niet, de gewenste fiets hebben weten te bemachtigen dan kan de strijd om de punten, calorieën, cadans (RPM) en bovenal, wattage losbarsten. Nee, natuurlijk niet, het is geen wedstrijd,  spinning doe je voor je zelf, voor je eigen conditie en je eigen goede gevoel dan wel je geweten…. Of is het meer dan dat? Die statistieken aan het eind van de les, verpesten een beetje de lol, sterker nog, ze zetten aan tot strijd, tot competitie. Je wil jezelf verbeteren, néé, je móet jezelf verbeteren. Maar je kijkt ook met een schuin oog naar ‘wat de concurrentie gedaan heeft’. Wat heet een schuin oog; je kent je eigen pappenheimers ondertussen wel. Tijdens de les bespied je hen al. Jij kijkt naar hun tred, hun cadans, naar de wattage op het grote scherm en je gaat soms zelfs schuin op de fiets zitten om op de, net iets te kleine, display mee te kijken.

FTP, Functional Trashold Power is het waar het allemaal om draait, letterlijk en figuurlijk maar dan moet je wel met enige regelmaat een FTP test afleggen want anders is hou je je zelf alleen maar voor de gek…en anderen dus ook. FTP is het maximale vermogen wat je gedurende langere tijd kunt volhouden. Je kunt het natuurlijk ook zelf instellen en waar nodig naar boven of beneden bijstellen….Need I say more?

Na afloop van de les zit iedereen, nou ja, vast niet iedereen, maar met mij toch zeker meerdere spinners (mag ik hopen), met meer dan gewone belangstelling naar het scherm te turen in afwachting van de ‘stats’. En als die dan verschijnen, blijft het doorgaans stil, soms akelig stil. Laten we het houden op ‘moe maar voldaan’.

Pas in de kleedruimte maakte de stilte plaats voor vaak zichzelf goedpratende verklaringen als ‘ lekker gefietst’ en ‘pittig maar wel lekker’….maar ook ‘ik hoef niet zo nodig zwaar te trappen’….’ik ben nog aan het opbouwen’……Heerlijk toch of moet ik zeggen: eerlijk toch? Hoe het ook zij: Volgende week FTP test, dus moeten we met de billen bloot!

Ze spinden nog lang en gelukkig!

Christopher!

De spinningles: op naar de VAR

Fiets nummer 27 is van mij! Ik heb fiets 25, 28, 17 ook al gehad, noodgedwongen, omdat 27 bezet was, hoe durven ze, maar 27 is míjn fiets. Die zit net even wat comfortabeler, schakelt net even wat soepeler en ik zit, overzichtelijk ‘ achter in het peloton’. Was het voorheen nog zo: ‘ wie ’t eerst komt, het eers maalt…’ Het met gevolg was dat er mensen waren die al een half uur voor aanvang van de les ‘ hun eigen fiets’ reserveerden door, op de welbekende hotelformule, het handdoekje op de fiets te leggen, danwel de fiets alvast instellen, incl. bidon én bijna demonstratief de fietsschoenen ernaast te zetten. Tegenwoordig, in het digitale tijdperk, moet je je fiets via een app reserveren. Wel zo handig…als je er maar op tijd aan denkt. Doe je dat niet of te laat dan heb je slechts de keuze uit de nog niet gereserveerde fietsen…meestal op de eerste rij in de hoek, zoals vroeger op de basisschool; daar wil je dus liever niet zitten.

Ben je te laat en zijn alle fietsen, virtueel, bezet dan kun je je op de reservelijst laten zetten en dan word je via diezelfde app op een vrije plek geattendeerd. Ervaring leert inmiddels dat je er dan echt wel bovenop moet zitten. Zeker wanneer er een regenachtige zondag wordt voorspeld. Op een werkdag is werken nauwelijks mogelijk want je wil toch die fiets, liefst nummer 27, en dan moet je dus alert zijn. Zelden dat iemand zich tijdig afmeldt; nee, dat doen ze vlak voordat de les begint en dus volgens de richtlijnen, te laat. Maar ja, daar is tot dusver niets aan te doen. Misschien moeten ze daar een systeem met gele/rode kaarten voor bedenken maar met alle gevolgen van dien. Gelukkig hebben we tegenwoordig de VAR. Kwestie van tijd dat die ook bij de spinningles z’n intrede gaat doen.

Christopher

De kop is eraf

Uit het (recente) archief

Na de verregende november en decemberdagen waarin ik de conditie op peil heb proberen te houden tijdens de spinninglessen, daar waar anderen thuis Swiften, taxcen of misschien ouderwets op de rollerbank fietsen, staat de teller 1 januari weer op nul. Die teller, lees: Strava, die een dag eerder nog op ruim 4300km’s staat, 4353 km om precies te zijn, het gaat per slot van rekening om details en 49952 hoogtemeters.

49952 hms’s….bij het zien hiervan, oudejaarsdag, heb ik nog even overwogen om even de Putherberg op te fietsen om daarmee die 48 extra hm’s tot aan de 50.000 te komen maar verder interesseren me die getallen geen moer…of om eerlijk te zijn toch wel een beetje, eigenlijk meer dan ik dacht, belachelijk veel zelfs….
Enfin, 1 januari 9.45uur, zat ik geheel ongepland, op de racefiets. Als eerste en waarschijnlijk enige van mijn kornuiten, niet dat dat ertoe doet, of misschien toch wel een beetje, eigenlijk meer dan ik dacht, gezien het feit dat ik het hier noem…….whatever.
Het weer was grijs maar droog en, niet geheel onbelangrijk, de weg was droog. Dat bleek overigens alleen in mijn eigen steentjes-straat zo te zijn, helaas. We, of beter gezegd, ik ben vertrokken. Niet te gek, niet persé veel km’s, om van hm’s maar te zwijgen maar gewoon even lekker sportief zijn en een frisse neus halen.
Een uurtje en zo’n 25 km’s later, bleek Strava mij in de steek te hebben gelaten. Niet waar natuurlijk, kwestie van de juiste knopjes indrukken, maar zuslief was blij met het onaangekondigde nieuwjaarswensbezoekje!
Enkele minuten later, nadat ik nu wel op het juiste knopje van Strava heb gedrukt, begon ik aan de terugweg waarin ik al snel werd vergezeld door regendruppeltjes. Van die vervelende nietszeggende mieserregen waarvan je meer vies dan nat van wordt. Bah, dat wordt straks fiets poetsen. De bril dient vooral als gezichtsbedekking want zien doe je er niet door met al die viezigheid.
Ik haal toch nog wat hm’s onderweg op via de Bronkweg en de Kruisberg, vooral voor mijn eigen gevoel en natuurlijk voor het ‘aanzien’. Niet dat dat er toe doet of misschien een beetje, meer dan ik dacht eigenlijk.
Balen van het weer maar ik was wel de eerste, níet de enige, maar wel de eerste van mijn fietsmaten én, al is het maar voor even, op meerdere (Strava)segmenten ben ik de snelste van het jaar.
De kop is eraf!
Christopher
Tekst uit oorspronkelijke berichten weergeven

Tegen de kou kun je je kleden…

Het was een zware werkweek, ik had een rustdag minder na de laatste spinningles en het was fris, zeg maar gerust koud. Koud genoeg om de sneeuw op de schaduwzijde van het Limburgse heuvelland te laten liggen. Maar tegen kou kun je je kleden. Desalniettemin had ik genoeg argumenten om die zware, verzuurde benen na zo’n 60 km voor mezelf te kunnen verklaren. 60 km, iets waar ik normaalgesproken mijn hand niet voor omdraai. Het begin van de rit met een lekke band na een paar km was misschien wel de voorbode geweest maar dat is makkelijk praten achteraf. Natuurlijk zijn de bijna 1000 hoogtemeters best aardig, zeg maar gerust pittig voor een half januari-rit maar ook die kan ik normaalgesproken best hebben. Hoe fijn is ’t dan om uit de mond van je beide fietsmaten te horen “valt niet mee, hé” en “ik begin ’t aan mijn benen te voelen”. Dat deed me dan toch besluiten om de rit op Strava de titel ‘Beetje fris maar wel lekker’ mee te geven!