Zaterdagochtend, 31 aug. 9.00uur stipt. La Roche en Ardenne is de plaats delict. De klok slaat en voor me zie ik een peloton aan wielerrecreanten langzaam in beweging komen. Eerst nog met één voet aan de grond maar na enkele tientallen meters klinken de laatste klikkende pedalen. Onder applaus van de plaatselijke grootheden (ik herken op één of andere manier Prins carnaval) en meegereisde families en vrienden vertrekken we samen met zo’n 2000 anderen: De Velomediane le Criquelion, de grote welteverstaan (de kleine Crique doen we later als we oud zijn, wel;) dus 165 km met 19 Ardense beklimmingen.
Wij, en dat zijn Peter, Theo en ondergetekende, laten we zeggen, de meest fanatieke, van wat eens een wielergroep van 12 man was, gingen op pad voor, wat na de Vogezentrip ’17 en de Bormioreis 2018, het hoogtepunt van ons wielerseizoen 2019 moest worden.
De laatste weken stonden dan ook al in het teken van deze Crique. Theo en Peter hadden deze tocht al eerder gereden, voor mij was het nieuw en dus was er wel wat ‘wedstrijdspanning’ bij mij voelbaar. Niet zo zeer de hoogtemeters maar vooral de 160+ kilometers waren voor mij toch wel een dingetje. Om 6.15uur ging de wekker en na de gebruikelijke ochtend-taffarelen was het een half uur later inpakken en samen wegwezen richting La Roche.
Een dik uur later, langs de kilometerslange afdaling richting La Roche zagen we al geparkeerde auto’s van andere deelnemers, onmiskenbaar, maar wij besloten het dichterbij de start te zoeken en met geluk! Op loopafstand van de start, kleedden we ons om, regelden we de, voor Belgische begrippen dure, inschrijving en sloten vervolgens mooi op tijd aan bij de start.
Wat maakt de Velomediane tot een Velomediane? Een gezamenlijke start waarbij de ‘toppers’ op grond van eerdere behaalde resultaten vooraan mogen starten. In leeftijdscategorieën kun je goud, zilver of brons behalen binnen de daarvoor gestelde tijdslimieten.
Wat volgde was een mooie maar zware tocht door het fraaie schilderachtig Ardense landschap en dàt onder de steeds feller brandende zon. De parcoursmaker had z’n uiterste best gedaan ons over autoluwe wegen te leiden en te laten lijden. De wegen waren verrassend goed, zeker voor Belgische begrippen maar uitzonderingen waren er nog genoeg. Misschien dat dat de reden was van de vele lekke banden in het begin. Dat bleef ons bespaard. Op verkeersregelaars was duidelijk niet bezuinigd. Op bijna iedere hoek die er toe deed stond er één of soms zelfs twee. Het eerste deel van de tocht werden we hier en daar vergezeld door muzikanten langs de weg, soms welkom, soms ook net even niet.
Kort voor en kort na de eerste pauzeplaats, na km 58, moesten we tot het uiterste gaan. O.a. de Mur de Velomediane en de Hausiere waren daar schuldig aan. Gelukkig hadden we al letterlijk en figuurlijk warm kunnen draaien op de eerdere beklimmingen die allemaal net wat langer en zwaarder zijn dan ‘onze’ Limburgse Heuvels. Mij ligt dat wel maar Theo, of beter gezegd, de aangepaste fiets van pechvogel Theo kon dit niet aan. Materiaalpech noopte hem na zo’n 70 km tot opgeven. De organisatie was wel snel ter plaatste maar kon het probleem jammer genoeg niet verhelpen.
Peter en ik vervolgde onze weg. Na de splitsing met de kleine Crique waren er stukken bij waarbij niets aan een toertocht met groot deelnemersveld deed denken. We waanden ons met z’n tweeën als ware we Thomas de Gendt en Tim Wellens op training, alleen het Belgisch accent ontbrak;).
Na zo’n 125 km volgde een tweede pauzeplaats, en wel een zeer welkome. Met name de brandende voeten schreeuwden om verlichting. De bidons moesten nodig worden gevuld en met de sinaasappels en suikerwafel werd er weer wat brandstof getankt. Samen met de energygels die geduldig in de achterzakken lagen te wachten, moesten die mij en Peter (in iets mindere mate), door de laatste kleine 40km heen slepen.
Een blik op het routekaartje leerde dat er nog 3 beklimmingen zouden volgen. De ‘vieze’ cote de Beffe met nogmaals stijgingpercentages tot 15% en twee lange beklimmingen van 4 tot 6 procent. Normaalgesproken noemen we dat lopers maar daar was nu geen sprake meer van. Het werd vooral ook een mentaal dingetje. Nog 37 km, nog 3 x omhoog maar dus gelukkig ook nog 3 keer omlaag….het grote aftellen was begonnen.
Op de al eerdere genoemde cote de Beffe strandden meerdere renners met kramp en moesten lopend verder, als ze dat al konden. Niet alleen de km’s en hm’s maar ook het weer zorgde ervoor dat het een uitputtingsslag werd voor enkelen. De berm werd door hen gebruikt als tijdelijk matras annex zonnestoel.
Ik trok me ondertussen op aan Peter en kwam zo al trekkend en duwend boven op de ‘Beffe’ en later ook op de Dochamps en de Rue d’Eglise. Als beloning wachtte de lange overzichtelijke afdaling, 7km lang, naar de finish in La Roche waar Theo and Friends ons op een warm onthaal trakteerden!
Kortom: mooi, verkeersluw, en zeer uitdagend parcours (Dit jaar blijkbaar iets anders dan voorgaande edities). Prima bewegwijzing met veel verkeerstegelaars. Ravitaillering was voldoende/ sober (had wel wat diverser/sportdrank verwacht), zeker gezien inschrijfgeld. Dat gold ook voor start/finish locatie waar bijvoorbeeld geen fietsstalling was en met een wat beter uitgeruste mechanicien van de organisatie had Theo de tocht wellicht kunnen vervolgen. Parkeergelegenheden waren voldoende (gratis langs de weg).
Crique, misschien tot een volgende keer!
Christopher!