Hongerklop, het zal je maar gebeuren….

Met de beelden van de ‘geparkeerd staande’ Matthieu vd Poel tijdens het WK in Yorkshire nog vers in ons geheugen, is hongerklop het meest besproken ‘wieler-issue’ van deze maand. Zelfs de verrassende winnaar Pedersen kreeg minder aandacht. De verklaring voor deze plotselinge, en voor MvdP, zeer ongebruikelijke inzinking, was voor iedere volger meteen duidelijk, overduidelijk: Hongerklop!

Maar wat is hongerklop nu eigenlijk?

Wanneer we het wetenschappelijk benaderen dan is hongerklop een sportterm voor de gevolgen van een plotseling glycogeentekort waardoor je moet overschakelen op vet- en eiwitverbranding en dat maakt dat je niet meer maximaal kunt presteren. In vakjargon spreekt men dan van ‘de man met de hamer tegenkomen’ en/of ‘men staat geparkeerd’.

Hongerklop wordt ook wel geeuwhonger genoemd; geeuwen is gapen en dat is één van de kenmerken wanneer we ‘honger’ hebben en dat maakt het al wat herkenbaarder.

Afhankelijk van de (weers)omstandigheden moeten we meer of minder eten en drinken onderweg én vooraf. Om met dat laatste te beginnen…een goed ontbijt is, zeker voor aanvang van de langere, zwaardere tochten, erg belangrijk. Maar wat is een goed ontbijt? Is dat een bak yoghurt met cruesli, is dat een dubbele boterham, spek&ei? Wij zijn niet allemaal even goede ontbijters dus daar schuilt al een gevaar want na het ontbijt moeten we het doen met repen, gels en die onmisbare banaan. Dit alles in combinatie met water of sportdrank.

Dit proppen we zo goed en zo kwaad als het kan in de achterzakken van ons tenue. We krijgen niet zo’n handige zakjes zoals deze in het peloton worden aangereikt maar dat is ook een vergelijking van niets. We willen, net als de profs, niet afstappen voor te eten en daar heeft de ‘markt’ goed op ingespeeld. De verpakkingen zijn dusdanig gemaakt dat de repen en gels makkelijk, in één ruk, al fietsend, open te maken zijn….uhh, zouden in één ruk, al fietsend , open te maken moéten zijn…

Bij goede weersomstandigheden en dito kleding, is dit allemaal best de doen maar is het slecht weer en hebben we een extra vest of (regen)jasje aan, dan wordt het allemaal een wat ander verhaal. Slecht excuus maar het zal de willekeurige wielerrecreant vast niet onbekend voorkomen én Matthieu vd Poel inmiddels ook niet meer.

Is het te voorkomen? Kun je het herkennen? Denk maar terug aan dat moment…de laatste kilometers kom je niet meer vooruit, om chagrijnig van te worden (met terugwerkende kracht, sorry!), de ademhaling gaat sneller terwijl je echt niet harder gaat fietsen en je krijgt het fris, frisser of zelfs koud. Hoeveel signalen moet je dan nog krijgen, zou je bijna zeggen.

Heb je dan toch al die signalen, al dan niet bewust, genegeerd, en sta je geparkeerd, dan is het zaak om je met snel(le) suikers bij te vullen. Een Mars, cola of de Dextro Energy kunnen dan uitkomst bieden. Na een minuut of 10 voel je weer een beetje, klein beetje mens en vloeit er wat energie terug in je lijf maar dat zal niet genoeg zijn om nog even lekker een uurtje of twee door fietsen. Nee, een thuisbrengertje is het, meer niet.

Hongerklop, het zal je maar gebeuren!

Christopher!

Meer wielerbelevenissen, tips en mooie routes (in Limburg) lezen? Kijk dan ook eens op Grimpeur.nl

Pieken op het juiste moment

Voor de non-wielrenners onder ons of eigenlijk onder de niet-sporters onder ons zal de titel vreemd en niet veelzeggend klinken. We hebben het hier niet over kerstboomtopversiering of ouderwetse guldens. Sporters in het algemeen, wielrenners in het bijzonder, weten ongetwijfeld wat pieken is en zullen dit in grote maten nastreven: pieken op het juiste moment.

In het worldtourpeloton denken we vooral aan de ronderenners, en dan vooral de kopmannen, wanneer we het hebben over pieken op het juiste moment. Chris Froome, Kruijswijk & co nú en in het verleden mannen als Armstrong, Ullrich en Indurain waren ronderenners die hun hele seizoen afstemden op één, soms twee grote ronden per wielerjaar en dan met name de Tour de France. Daar moest het gebeuren, daar moest je in topvorm zijn, daar moest je pieken, liefst 3 weken lang.

Een ander type renner, de klassiekerrijders, moeten al vroeg in het jaar pieken want de Vlaamse, kasseienklassiekers staan al in maart/april op de agenda. De Terpstra’s Gilbert’s, Cancellara’s en ‘Museeuws’ van deze wereld wisten daar wel raad mee, jaren achter elkaar.

Tijdritspecialisten richten zich vaak alleen op de tijdrit in een grote ronde, WK of OS en kunnen, nee, moeten pieken op één dag die ze soms al jaren van te voren weten en in hun agenda hebben omcirkeld. Rowan Dennis en Tony Martin weten daar alles van.

En dan zijn er nog de Valverde’s, Nibali’, v Aerts’ en van der Poels of te wel de (bijna) alleskunners van het peloton. Zij doen mee om de prijzen van de vroege Ardennenklassiekers, via de grote Ronden, tot en met de Ronde v Lombardije in de herfst. Een mooi maar wel met uitsterven bedreigd ras zo lijkt het soms.

Wij, wielerrecreactieven, hebben ook zo onze piekmomenten, al dan niet bewust. Die jaarlijkse toertocht, Granfondo, AlpduZes of de fietstrip naar de Mont Ventoux, Stelvio of ander wielermonument zorgt ervoor dat we ons in het zweet trainen om juist daar en dan optimaal te kunnen presteren en genieten. Voor de één geldt dat meer dan voor de ander en sommige geldt dat helemáal niet. Zij benaderen iedere rit hetzelfde daar waar anderen er ineens schema’s op gaan nahouden. Termen als D1 training, intervaltraining en meer van dat soort kreten komen in mijn vocabulaire niet voor.

Neemt niet weg dat ook ik mijn piekmomenten heb waar ik op één of andere, ondoordachte, niet vastomlijnde, noch voorgeprogrammeerde wijze naar toe werk. Voor mijn gevoel werkt het goed en als het gevoel goed is, kun je pieken op het juiste moment.

Als dat geen tegeltjeswijsheid is dan schiet mij maar lek!

Christopher!

Velomediane le Crique

Zaterdagochtend, 31 aug. 9.00uur stipt. La Roche en Ardenne is de plaats delict. De klok slaat en voor me zie ik een peloton aan wielerrecreanten langzaam in beweging komen. Eerst nog met één voet aan de grond maar na enkele tientallen meters klinken de laatste klikkende pedalen. Onder applaus van de plaatselijke grootheden (ik herken op één of andere manier Prins carnaval) en meegereisde families en vrienden vertrekken we samen met zo’n 2000 anderen: De Velomediane le Criquelion, de grote welteverstaan (de kleine Crique doen we later als we oud zijn, wel;) dus 165 km met 19 Ardense beklimmingen.

Wij, en dat zijn Peter, Theo en ondergetekende, laten we zeggen, de meest fanatieke, van wat eens een wielergroep van 12 man was, gingen op pad voor, wat na de Vogezentrip ’17 en de Bormioreis 2018, het hoogtepunt van ons wielerseizoen 2019 moest worden.

De laatste weken stonden dan ook al in het teken van deze Crique. Theo en Peter hadden deze tocht al eerder gereden, voor mij was het nieuw en dus was er wel wat ‘wedstrijdspanning’ bij mij voelbaar. Niet zo zeer de hoogtemeters maar vooral de 160+ kilometers waren voor mij toch wel een dingetje. Om 6.15uur ging de wekker en na de gebruikelijke ochtend-taffarelen was het een half uur later inpakken en samen wegwezen richting La Roche.

Een dik uur later, langs de kilometerslange afdaling richting La Roche zagen we al geparkeerde auto’s van andere deelnemers, onmiskenbaar, maar wij besloten het dichterbij de start te zoeken en met geluk! Op loopafstand van de start, kleedden we ons om, regelden we de, voor Belgische begrippen dure, inschrijving en sloten vervolgens mooi op tijd aan bij de start.

Wat maakt de Velomediane tot een Velomediane? Een gezamenlijke start waarbij de ‘toppers’ op grond van eerdere behaalde resultaten vooraan mogen starten. In leeftijdscategorieën kun je goud, zilver of brons behalen binnen de daarvoor gestelde tijdslimieten.

Wat volgde was een mooie maar zware tocht door het fraaie schilderachtig Ardense landschap en dàt onder de steeds feller brandende zon. De parcoursmaker had z’n uiterste best gedaan ons over autoluwe wegen te leiden en te laten lijden. De wegen waren verrassend goed, zeker voor Belgische begrippen maar uitzonderingen waren er nog genoeg. Misschien dat dat de reden was van de vele lekke banden in het begin. Dat bleef ons bespaard. Op verkeersregelaars was duidelijk niet bezuinigd. Op bijna iedere hoek die er toe deed stond er één of soms zelfs twee. Het eerste deel van de tocht werden we hier en daar vergezeld door muzikanten langs de weg, soms welkom, soms ook net even niet.

Kort voor en kort na de eerste pauzeplaats, na km 58, moesten we tot het uiterste gaan. O.a. de Mur de Velomediane en de Hausiere waren daar schuldig aan. Gelukkig hadden we al letterlijk en figuurlijk warm kunnen draaien op de eerdere beklimmingen die allemaal net wat langer en zwaarder zijn dan ‘onze’ Limburgse Heuvels. Mij ligt dat wel maar Theo, of beter gezegd, de aangepaste fiets van pechvogel Theo kon dit niet aan. Materiaalpech noopte hem na zo’n 70 km tot opgeven. De organisatie was wel snel ter plaatste maar kon het probleem jammer genoeg niet verhelpen.

Peter en ik vervolgde onze weg. Na de splitsing met de kleine Crique waren er stukken bij waarbij niets aan een toertocht met groot deelnemersveld deed denken. We waanden ons met z’n tweeën als ware we Thomas de Gendt en Tim Wellens op training, alleen het Belgisch accent ontbrak;).

Na zo’n 125 km volgde een tweede pauzeplaats, en wel een zeer welkome. Met name de brandende voeten schreeuwden om verlichting. De bidons moesten nodig worden gevuld en met de sinaasappels en suikerwafel werd er weer wat brandstof getankt. Samen met de energygels die geduldig in de achterzakken lagen te wachten, moesten die mij en Peter (in iets mindere mate), door de laatste kleine 40km heen slepen.

Een blik op het routekaartje leerde dat er nog 3 beklimmingen zouden volgen. De ‘vieze’ cote de Beffe met nogmaals stijgingpercentages tot 15% en twee lange beklimmingen van 4 tot 6 procent. Normaalgesproken noemen we dat lopers maar daar was nu geen sprake meer van. Het werd vooral ook een mentaal dingetje. Nog 37 km, nog 3 x omhoog maar dus gelukkig ook nog 3 keer omlaag….het grote aftellen was begonnen.

Op de al eerdere genoemde cote de Beffe strandden meerdere renners met kramp en moesten lopend verder, als ze dat al konden. Niet alleen de km’s en hm’s maar ook het weer zorgde ervoor dat het een uitputtingsslag werd voor enkelen. De berm werd door hen gebruikt als tijdelijk matras annex zonnestoel.

Ik trok me ondertussen op aan Peter en kwam zo al trekkend en duwend boven op de ‘Beffe’ en later ook op de Dochamps en de Rue d’Eglise. Als beloning wachtte de lange overzichtelijke afdaling, 7km lang, naar de finish in La Roche waar Theo and Friends ons op een warm onthaal trakteerden!

Kortom: mooi, verkeersluw, en zeer uitdagend parcours (Dit jaar blijkbaar iets anders dan voorgaande edities). Prima bewegwijzing met veel verkeerstegelaars. Ravitaillering was voldoende/ sober (had wel wat diverser/sportdrank verwacht), zeker gezien inschrijfgeld. Dat gold ook voor start/finish locatie waar bijvoorbeeld geen fietsstalling was en met een wat beter uitgeruste mechanicien van de organisatie had Theo de tocht wellicht kunnen vervolgen. Parkeergelegenheden waren voldoende (gratis langs de weg).

Crique, misschien tot een volgende keer!

Christopher!

Giro di Roma

GIRO DI ROMA

Hoe het allemaal begon

Het was een soort van lastminute beslissing. Een jaartje niet op vakantie gaan, werd uiteindelijk, na enig zoekwerk, een negen daagse autoreis naar Rome en omgeving. 9 dagen even relaxen, bijtanken en met elkaar genieten. Verder even niks, dus ook geen fietsen. De fiets gaat dus ook niet mee.

Maar 9 dagen werden er tien en met een overnachting op de heen én terugreis erbij zitten we zelfs op twaalf dagen weg van huis. En dan is het ineens toch wel lang…zonder fiets. Maar op het vakantiepark zal vast wel wat te sporten zijn, wie weet spinning of anders is er vast wel fietsverhuur, hou ik me zelf voor.

Met het oog op de naderende ‘najaarsklassiekers’zoals daar zijn de Cyclosportive Criquilion en de jaarlijkse Adviseurstocht, moet ik toch wat doen om de conditie niet te veel te laten wegzakken. Ja, de Tour win je in bed zeggen ze maar geldt dat ook voor een recreamateur als ik? Mijn gevoel zegt van niet.

Enfin, voor vertrek mail ik toch maar even naar het vakantiepark en ja hoor, ze verhuren racefietsen. Ik besluit daarop toch maar een setje fietskleding mee in te pakken. Er is ook nog wel plaats voor de helm en ach…het zekere voor het onzekere, fietsschoenen én pedalen gaan ook mee. En maar goed ook want bij aankomst in Italië blijken er slechts wat eenvoudige MTB’s verhuurd te worden. De plaatselijke fietsenzaken kunnen me ook niet helpen aan de juiste maat racefiets, wel aan een MTB en dus wordt het een MTB maar dan wel een echte Scott Scala RC 900Pro….wat voor mij, als non mountainbiker, niet veelzeggend is maar met een nieuwprijs van €4300 moet het een goed fietsje zijn. Mauro, de mede-eigenaar van Nextbike komt me zelfs ophalen zodat ik, gehesen in de fietsuitrusting meteen op weg kan. Op maat afgesteld ga ik vervolgens op weg, letterlijk want voor mij geen offroad.

Nieuwe vrienden gemaakt

Zo lastminute en zo niet goed voorbereid ging ik op pad met mijn rentabike. Ik had wel even gezocht naar fietsroutes maar het zou vooral op improvisatie gaan aankomen. Google(maps) is je beste vriend op die momenten. Ik zocht de door mij geliefde verharde weg op. Geen offroad voor mij, ook niet met deze topklasse MTB. Mauro had de banden dusdanig opgepompt dat ik niet te veel weerstand zou hebben op de weg. Een langere kooi (als ik hem goed begrepen heb) zat er helaas niet in. Ik kreeg twee bidons mee en gaan met die banaan (kom ik zo nog op terug). Een testritje van zo’n 25km, met een omweg terug naar het park, viel niet mee, noch tegen, onwennig zou ik het willen noemen.

De volgende dag, klokslag 7.00uur, ging ik op weg voor een enigszins ‘uitgestippelde’ ronde van zo’n 58km door het achterland van Rome. Het historische dorp Calcata was het ‘reisdoel’ en dat lag ongeveer halverwege. Bidons gevuld maar dat was het dan ook. Gelukkig was de dorpsfruithandel al geopend en scoorde ik onderweg een banaan (!), voor, let wel, €0,20. Gezien de prijs-kwaliteit, was €0,05 ook meer dan voldoende geweest, zo bleek later maar ach, beter dan niks.

Vergezeld door een koor van krekels die net waren ontwaakt, vervolgde ik mijn weg door een heuvelachtig, soms zelfs, bergachtig landschap. Het wegdek was afwisselend, van heel goed, tot slecht, tot nog net geschikt voor MTB. In dat laatste geval mocht het de naam wegdek niet eens dragen; daar zijn de wegen in de Voerstreek een biljartlaken tegen.

Of ik andere fietsers tegen kwam? Aanvankelijk niet of nauwelijks maar dat zal ook met de route te maken hebben gehad. Ik had de afslag Sant Oreste genomen en dat bleek later het bergdorpje te zijn wat ik al eerder had zien liggen en waarvan de route zei, ‘rechts laten liggen’. Al trekkend en duwend vond ik mijn weg naar boven waar alleen een paar kerkgangers mij met een wat verbaasde blik ontvingen. Na een korte fotostop nam ik dezelfde weg terug naar beneden en pas toen zag ik de borden met percentages van 11% en meer staan.

Ik vervolgde mijn weg richting Calcata dus. Deze wegen moeten ’s avonds en ’s nachts voor menig dier een nachtmerrie zijn; een blijkbaar onneembare horde, getuige de vosjes, ik telde er drie, en andere dieren die hier hun Waterloo hebben gevonden.

Ondertussen begroeten mij wat tegemoetkomende collega MTB’ers. Racefietsers vinden dat blijkbaar not done t.o.v. mtb’ers. Als ‘straf’ laat ik er op een volgende beklimming twee brutaal mijn hielen zien.

Deze beklimming ging overigens terug naar Calcata waar ik net was gepasseerd en, na opnieuw een korte fotostop, genoten had van een heerlijke afdaling. Een afdaling die dus niet op de geijkte route lag. Te laat mijn vriend Google geraadpleegd dus. Ach ja, wat extra kilometers kunnen geen kwaad gezien het Italobourgondische leven wat ik er op na hield deze dagen.

Met deze extra kilometers én hoogtemeters in de benen, ging het daarna langzaam terugwaarts. De route liet zich het beste kenmerken als de Camerigachtig, afwisselend binnendoor en buitenom, heen en terug en dat ruim 25x2kilometers lang. De laatste pakweg 10km waren gelijk aan de heenweg en dus wist ik dat ik nog wat in reserve moest houden. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Hongerklop lag op de loer, net als de verzuring in de benen. Ik had volgens mij ongebruikelijk veel op de pedalen gestaan. Maar met het binnen rijden van Fiano wist ik dat ik nog maar twee keer serieus terug moest schakelen. De laatste keer bij het oprijden van de ‘laan’ naar het park, na bijna 72km en 1336hm. Het vooruitzicht op een verkoelende douche en een lekker glas koude cola bracht me nog redelijk vlot ‘thuis’ ook. Het ligbedje aan de rand van het zwembad was daarna mijn new best friend.

Christopher

Giro di Roma, deel 2

Nieuwe vrienden gemaakt

Zo last minute en zo niet goed voorbereid ging ik op pad met mijn rentabike. Ik had wel even gezocht naar fietsroutes maar het zou vooral op improvisatie gaan aankomen. Google(maps) is je beste vriend op die momenten. Ik zocht de door mij geliefde verharde weg op. Geen offroad voor mij, ook niet met deze topklasse MTB. Mauro had de banden dusdanig opgepompt dat ik niet te veel weerstand zou hebben op de weg. Een langere kooi (als ik hem goed begrepen heb) zat er helaas niet in. Ik kreeg twee bidons mee en gaan met die banaan (kom ik zo nog op terug). Een testritje van zo’n 25km, met een omweg terug naar het park, viel niet mee, noch tegen, onwennig zou ik het willen noemen.

De volgende dag, klokslag 7.00uur, ging ik op weg voor een enigzins ‘uitgestippelde’ ronde van zo’n 58km door het achterland van Rome. Het historische dorp Calcata was het ‘reisdoel’ en dat lag ongeveer halverwege. Bidons gevuld maar dat was het dan ook. Gelukkig was de dorpsfruithandel al geopend en scoorde ik onderweg een banaan (!), voor, let wel, €0,20. Gezien de prijs-kwaliteit, was €0,05 ook meer dan voldoende geweest, zo bleek later maar ach, beter dan niks.

Vergezeld door een koor van krekels die net waren ontwaakt, vervolgde ik mijn weg door een heuvelachtig, soms zelfs, bergachtig landschap. Het wegdek was afwisselend, van heel goed, tot slecht, tot nog net geschikt voor MTB. In dat laatste geval mocht het de naam wegdek niet eens dragen; daar zijn de wegen in de Voerstreek een biljardlaken tegen.

Of ik andere fietsers tegen kwam? Aanvankelijk niet of nauwelijks maar dat zal ook met de route te maken hebben gehad. Ik had de afslag Sant Oreste genomen en dat bleek later het bergdorpje te zijn wat ik al eerder had zien liggen en waarvan de route zei, ‘rechts laten liggen’. Al trekkend en duwend vond ik mijn weg naar boven waar alleen een paar kerkgangers mij met een wat verbaasde blik ontvingen. Na een korte fotostop nam ik dezelfde weg terug naar beneden en pas toen zag ik de borden met percentages van 11% en meer staan.

Ik vervolgde mijn weg richting Calcata dus. Deze wegen moeten ’s avonds en ’s nachts voor menig dier een nachtmerrie zijn; een blijkbaar onneembare horde, getuige de vosjes, ik telde er drie, en andere dieren die hier hun Waterloo hebben gevonden.

Ondertussen begroeten mij wat tegemoetkomende collega MTB’ers. Racefietsers vinden dat blijkbaar not done t.o.v. mtb’ers. Als ‘straf’ laat ik er op een volgende beklimming twee brutaal mijn hielen zien.

Deze beklimming ging overigens terug naar Calcata waar ik net was gepasseerd en, na opnieuw een korte fotostop, genoten had van een heerlijke afdaling. Een afdaling die dus niet op de geeikte route lag. Te laat mijn vriend Google geraadpleegd dus. Ach ja, wat extra kilometers kunnen geen kwaad gezien het Italobourgondische leven wat ik er op na hield deze dagen.

Met deze extra kilometers én hoogtemeters in de benen, ging het daarna langzaam terugwaarts. De route liet zich het beste kenmerken als de Camerigachtig, afwisselend binnendoor en buitenom, heen en terug en dat ruim 25x2kilometers lang. De laatste pakweg 10km waren gelijk aan de heenweg en dus wist ik dat ik nog wat in reserve moest houden. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Hongerklop lag op de loer, net als de verzuring in de benen. Ik had volgens mij ongebruikelijk veel op de pedalen gestaan. Maar met het binnen rijden van Fiano wist ik dat ik nog maar twee keer serieus terug moest schakelen. De laatste keer bij het oprijden van de ‘laan’ naar het park, na bijna 72km en 1336hm. Het vooruitzicht op een verkoelende douche en een lekker glas koude cola bracht me nog redelijk vlot ‘thuis’ ook. Het ligbedje aan de rand van het zwembad was daarna mijn new best friend!

Giro di Roma, deel 1

Hoe het allemaal begon

Het was een soort van last minute beslissing. Een jaartje niet op vakantie gaan, werd uiteindelijk, na enig zoekwerk, een negen daagse autoreis naar Rome en omgeving. Een extra lange stedentrip mét het hele gezin. En dat zou wel eens de laatste keer kunnen zijn gezien de leeftijd en ontwikkeling van onze jeugd. 9 dagen even relaxen, bijtanken en met elkaar genieten. Verder even niks, dus ook geen fietsen. De fiets gaat dus ook niet mee.

Maar 9 dagen werden er tien en met een overnachting op de heen én terugreis erbij zitten we zelfs op twaalf dagen weg van huis. En dan is het ineens toch wel lang…zonder fiets. Maar op het vakantiepark zal vast wel wat te sporten zijn, wie weet spinning of anders is er vast wel fietsverhuur, hou ik me zelf voor.

Met het oog op de naderende najaarsklassiekers, zoals daar zijn de Cyclosportive Criquilion en de BLG adviseurstocht, moet ik toch wat doen om de conditie niet te veel te laten wegzakken. Ja, de Tour win je bed zeggen ze maar geldt dat ook voor een recreamateur als ik? Mijn gevoel zegt van niet.

Enfin, voor vertrek mail ik toch maar even naar het vakantiepark en ja hoor, ze verhuren racefietsen. Ik besluit daarop toch maar een setje fietskleding mee in te pakken. Er is ook nog wel plaats voor de helm en ach…het zekere voor het onzekere, fietsschoenen én pedalen gaan ook mee. En maar goed ook want bij aankomst in Italië blijken er slechts wat eenvoudige MTB’s verhuurd te worden. De plaatselijke fietsenzaken kunnen me ook niet helpen aan de juiste maat racefiets, wel aan een MTB en dus wordt het een MTB maar dan wel een echte Scott Scala RC 900Pro….wat voor mij, als non mountainbiker, niet veelzeggend is maar met een nieuwprijs van €4300 moet het en goed fietsje zijn. Mauro, de mede-eigenaar van Nextbike komt me zelfs ophalen zodat ik, gehezen in de fietsuitrusting meteen op weg kan. Op maat afgesteld ga ik vervolgens op weg, letterlijk.

Er gaat niets boven de Tour!

En nu waken voor het jaarlijkse zwarte gat, de post-Tourdepressie en afkickverschijnselen. Geen voorbeschouwingen meer, geen Tourpouls, geen avondvullend programma met Vive le Velo/Tour du Jour en Avondetappe én dus geen rebus meer. Geen olijke duo’s meer als Herbert&Maarten, en Herman&dikke Danny. Geen Franse Kastelen, Abdijen en al het Frans chauvinisme meer.

Het was weer 3 weken genieten en afzien tegelijk. Je voelde (mee) de pijn van de vallende Dylan van Groenewegen, Wout v Aert en de huilende Pinot. Het was afzien voor de buis tot aan de te verwachten massasprint. Het was genieten van mannen als Thomas de Gendt, diezelfde Pinot, Alaphelipe, Sagan en Egan Bernal en je voelde mee de verzuring in de benen van Bardet, Mollema en vele anderen.

Een aantal voorspellingen zijn uitgekomen zoals de eerste Nederlandsch eerste gele trui in 25 jaar, een welverdiende podiumplek voor Steven Kruiswijk, de winst voor Ineos en de Franse droom die uiteen spatte.

De conclusie na deze enerverende drie weken is dat er niets groters is dan de Tour. De laatste jaren heeft de Giro flink aan populariteit gewonnen, de Vuelta in iets mindere mate ook. Niet alleen bij ons wielerminnend kijkerspubliek maar ook bij de renners zelf maar winnen van de Tour gaan de Giro en Vuelta nooit. De roze trui is mooi maar de gele is mooier; de media-aandacht wordt groter maar nooit zo groot als de Tour. De giro heeft geen Vive le Velo, de Vuelta heeft geen Avondetappe, laat staan een rebus. Er zijn de voor-geprogrammeeerde criteriums na de Tour, die heeft de Giro en de Vuelta niet.

Een podiumplek voor een Nederlander krijgt nergens zoveel aandacht als in de Tour en dat geldt ook voor (on)weer tijdens deze drie weken. Zelfs de Nationale weerman wordt hiervoor naar voren geschoven. En dan vergeten nog even de ‘haalt Tom de Tour’-mania, voorafgaand aan de Tour.

Even dachten we dat Steven de Tour kon gaan winnen maar dat dachten we 3 jaar geleden ook in de Giro….we Dat belooft nu al veel moois voor 2020!

Er gaat niets boven de Tour; graag tot volgend jaar!

Meten is weten!

Meten is weten is een veel gehoorde kreet in wielerland. En dat neemt alleen maar toe, tot soms zelfs in het extreme. De aerodynamisch helm van, inmiddels wijlen, Laurent Fignon eind jaren ’80 was, voor zover ik me kan herinneren, revolutionair voor die tijd. De tijd waarin ook de dichte wielen hun intrede deden in wielerland, in met name de tijdritten waarop ook het zogenaamde ossenkopstuur werd gemonteerd. Nu, ruim 30 jaar later, is dit, in verfijnde, verdere ontwikkelde vorm en materialen, nog steeds zo.

Of er in de tachtiger jaren ook al gebruik werd gemaakt van windtunnels? Een fiets op een rollerbank voor een grote föhn in een afgesloten garage, stel ik me dan daarbij voor. Tegenwoordig wordt TU Delft of Brightlands ingeschakeld om alles nog meer aerodynamisch te maken. Iedere seconde telt per slot van rekening want de belangen zijn groot.

We gaan ver, steeds verder in onze metingen. En met we, bedoel ik ons wielrenners. Op profniveau gaat het vaak over omwentelingen per minuut en over wattage. Met 90 omwentelingen per minuut tel je pas mee, zo lijkt het. Team Ineos (Sky) liep voorop en heeft het ‘meten is weten’ bijna tot kunst verheven. Anderen kunnen dan niet achterblijven.

Maar hoe je het ook wendt of keert, de benen moeten het doen. Wanneer Tom Dumoulin zegt dat hij goed was, dan bedoelt hij dat de benen goed waren en geen gelul over omwentelingen of wat dan ook. Maar wat als je zo’n goede benen hebt en je dus nog meer omwentelingen en watts kan trappen? Mag dat dan niet volgens de stalorders!?

Afgezien daarvan gaat het ten koste van de beleving en de vaak mooie omgeving….alleen maar kijken op die teller en geen oog voor al het moois om je heen.

Over teller gesproken…..Een ander, veel gebruikt meetinstrument is de hartslagmeter. Halve wielervolksstammen fietsen ‘op de hartslag’. Ga je dan sneller, is het makkelijker en/of is het medisch verantwoord? Het is soms nog net niet dat ze in de rem knijpen wanneer ze in ’t rood’ gaan. Misschien ben ik maar een (te) simpele recreant of ben ik naïef maar je voelt toch wat je voelt? Je hebt dagen erbij dat je de hele wereld aan kunt maar je hebt ook dagen dat je na drie pedaalslagen al denkt, “ai, dit wordt een zware dag”. Daar heb ik geen hartslagmeter voor nodig. Die hartslagmeter, ben ik zelf.

En dan hebben we het nog niet over zaken als gewicht van fiets, met of zonder ‘zware’ schijfremmen of de ‘zware’ bidon die weggegooid wordt. We kennen de verhalen van Michael Rasmussen die met een vijl het ‘overbodig’ gewicht weg slijpt. Dat deed hij ook, in zekere zin, met z’n lichaamsgewicht. Iedere gram minder is namelijk potentiële tijdwinst. Op protourniveau is dat misschien wel zo maar voor voor de doorsnee wielerrecre-actieveling, waar ik me zelf onder schaar, is het toch vooral rommelen in de marge, maar zoals al eerdere gememoreerd, ben ik maar een (te) simpele, misschien wel naïeve, recreant.

Christopher!

Tussenbalans, Tour de France 2019…na 10 dagen course

Wordt de Tour van…

JumboVisma✅✅✅✅

Van Wout van Aert, Belgisch hoop in bange dagen✅

De wederopstanding van Peter Sagan✅

Van de koers in de koers, let maar op, tweede week, derde week

Van de suprematie van Dylan van Groenewegen nog niet maar wat niet is….

Van de bekentenis van Thijs Zonneveld én Dione de Graaf die is niet zomaar verhuisd hoor

Van de Franse droom die uiteen spat ✅en Pinot stond er zo goed voor

Van de eerste Nederlandsche geletrui na Breukink ✅

Van de spannende NOS Avondetappe-rebus✅

Van een niet-klimmer in de bolletjestrui✅

Van de aanvalslustige Nibali die wacht tot week drie

Van de ontmaskering van Astana, kwestie van tijd

Van eindelijk weer een Franse ritzege op 14 juli één fout

Van de rijzende ster Egan Bernal tot nu toe ✅

Van wie o wie is de darkhorse in de Tourpoule 🤔

Van tete de la course✅

Van de solo van Thomas de Gendt ✅✅✅

Van indrukwekkend kopwerk van Wout Pouls zijn tijd komt nog

Van verraderlijke afdalingen

Die komen er echt nog wel

Van zinloze aanvallen van Daniel Martin idem

Van dure bonificatieseconden✅

Van Frans chauvinisme✅

Van de controle door team Ineos

Nog niet nodig geweest

Van de kritische Stef Clement✅

Van de chasse patate van Calmejane

Let maar op, die komt nog

Van podiumplek van Kruiswijk

Ligt op schema

Van Champagne in Parijs

Het wordt niet de Tour van

Team Sunweb

van Maarten Ducrot

Van stakende Franse boeren

Van Cavendish Fans

Van meefietsende toeristen

Van joelende Froome belagers

Van onreglementair sprinten

Van de eigen mening van Danny Nelissen

Van keurige motards

Van toegevoegde waarde van Herman van der Zandt

Van een waaieretappe

Van een ingekorte Koninginnerit

Van met elkaar ruziënde Movistarrenners

Van bocht 7

Van verdachte bloedwaardes

Van Matthieu van der Poel

van finish buiten de tijd

Van Tour du Jour

van Parijs is nog ver

Mooie TdF 2019 gewenst!!!

Beste Gulpener

Bij het lezen van de titel zal menig liefhebber in eerste instantie denken dat we hier gaan hebben over het gelijknamige gerstenat maar deze liefhebbers moet ik dan zwaar teleurstellen. De ‘Gulpener’ of ‘Gulper’ is onder ons wielerrecreanten de vaak gebruikte afkorting voor de Gulperberg. En daar zijn er dan ook nog twee van. De Gulperberg vanuit Gulpen-Centrum en de Gulperberg vanuit Partij, oftewel west respectievelijk oost.

De Gulperberg vanuit Partij is de bekendste van de twee, de mooiste maar zeker ook de zwaarste. Z’n bekendheid heeft het vooral te danken aan de rol die deze klim vervult in de AGR. In de, nu al legendarische, versie van de AGR 2019 was deze Gulperberg voor Matthieu van der Poel de aanleiding om een eerste aanval te plaatsen….de rest is History!

Onder ons wielerrecreactieven is de Gulperberg Oost, vanuit Partij dus, ondanks de stijgingspercentages van gemiddeld 8,2% populair. Max. stijging is 12,8% hoewel het bord op de top anders doet vermoeden.

Ruim 94.000 keer werd de heuvel bedwongen door zo’n 45000 Stravastrijders. Ter vergelijking: het zusje aan de westkant werd door slechts 21.000 Stravanten opgefietst. De KOM is met 55 sec. in handen, of beter gezegd, in de benen van een zekere Brabander. Matthieu van der Poel is met 59 seconden 3e in dit verder nietszeggende klassement.

De afdaling is in beide gevallen populairder dan de klim wat an sich opvallend is maar met de beklimming van de nabije Koning v Spanje en de verderop gelegen Loorberg, ook wel weer logisch. De Oostkant werd ruim 127.000 keer afgedaald, tegen bijna 95.000 aan de westkant.

Enfin, na een vlakke aanloop vanuit het idyllische Partij door het fraaie landschap van de Gulp naderen we het begin van deze klim. Voor hem of haar met plankenkoorts is er dan nog één escape en wel rechtsaf de Oude Akerweg op richting Gulpen. Doe je dst niet dan doemt toch echt de Bergweg op, want dat is de officiële naam van deze weg.

We nemen afscheid van de laatste bebouwing en dan kunnen we nog in redelijke tred tussen de bomen door. Een blik naar voren kun je dan het beste vermijden want wanneer we ook de bomen achter ons hebben gelaten, verandert de tred in stoempen en van stoempen in harken. Wie herkent ’t niet? Het zwaartepunt van de klim ligt duidelijk in het laatste deel. Er zijn niet veel beklimmingen waar het voorwiel het contact met het asfalt verliest maar dit is er zo één.

De weg is, op een paar enkele verbrede meters na, smal dus even goed op de pedalen staan, met alle zijdelingse bewegingen die hiermee gepaard gaan, is er niet bij, zeker niet wanneer er ook nog tegemoetkomend, léédvermakend, verkeer is.

Dit alles gebeurt onder het toeziend oog van wijlen Jean Nelissen want naast ’t Mariamonument heeft de Gulperberg sinds 2016 ook een monument voor Jean Nelissen. Een betere plek is er bijna niet.

De Gulp dus…vertaald levert dit o.a. onda, finta, coquette op maar pas bij het Engelse zipper en spurt hebben we een associatie en is de cirkel weer rond.