Fietsen zonder helm, is als….

…voetballen zonder scheenbeschermers.

Als voormalig, onverdienstelijk, amateur-voetballer, kan ik mij nog goed herinneren dat er vroeger, zo’n 25 jaar geleden, altijd wel één of enkele spelers waren die mét scheenbeschermers om, niet konden voetballen. Dat vonden ze dan vooral zelf. Het kon natuurlijk zeker maar zij vonden het ballast en met ballast konden zij niet optimaal presteren. Ook dat vonden ze vooral zelf. Scheenbeschermers waren verplicht gesteld, hetzij door de KNVB dan wel door de eigen club. Je had dus geen keus en maar goed ook want het was en is voor je eigen veiligheid. Het zat bij die enkelingen vooral tussen de oren.

Oók vroeger,… waren er geen fietshelmen. Vroeger, al vanaf de jaren ’40 waren er de de zg worstenhelmen, toen nog gemaakt van leder, maar die waren niet verplicht. Pas veel later, eind jaren ’80, begin jaren ’90 kwamen er, na de kunststof worstelhelm, heuze fietshelmen, pothelmen werden deze genoemd. In eerste instantie in het profpeloton. In het begin was dit vooral voor de veiligeheid, later ook voor aerodynamica, vooral tijdens de tijdritten. Ik herinner me Laurent Fignon uit die tijd met de zg. calimerohelm.

Inmiddels behoort de fietshelm tot de standaarduitrusting van iedere fietser. Van beginnend recreant tot worldtourfietser. Tenminste dat zou je verwachten. Tijdens wedstrijden, op alle niveaus, en tijdens alle andere georganiseerde (toer)tochten is het dragen van een helm verplicht. Logisch gezien de toenemende drukte op de weg en daarmee groter wordende kans op valpartijen én dus letsel. Én als we iets liever niet willen, is het letsel en al helemaal geen ’t hoofdletsel.

Fietshelmen zijn er tegenwoordig in alle soorten en maten; in alle prijsklassen, in verschillende kwaliteiten en in ontelbare designs. Voor elk wat wils dus. Én juist daar schuilt het gevaar. Er zijn nog steeds wielerrecreactieven die er niet aan willen. Het is de grote minderheid maar ik zie ze nog steeds en daar kan ik niet zo goed tegen, merk ik zelf. Vaak zijn het dan de wat meer geroutineerde wielrenners, veelal getooid met een zilverkleurige haardos of de Pantani-look. Zij, die misschien, juist omwille van hun ervaring en routine, dénken dat zij dat niet nodig hebben???? Een andere reden kan ik me namelijk niet bedenken.

Eigenzinnig, net als de eerdere genoemde scheenplaatweigeraars en een beetje dom, zoals onze vorstin zou zeggen, zeker omdat je voor een paar tientjes al een stukje veiligheid kunt kopen. De keuze is reuze dus bij elke outfit is er wel een passende helm te vinden. De best gesoigneerde renners, hebben de mooiste exemplaren dus ook daar hoeft het niet aan te liggen.

Dus, zoals Laurens ten Dam zou zeggen: Fiets met je kop, helm op!

Christopher!

Ride solo, Stay Healthy, Stay Safe

In tijden waar samen fietsen, met meer dan twee niet mag, wél gebeurt, maar toch écht niet mag en dus alle wedstrijden en tochten worden afgelast of uitgesteld, worden we allemaal vindingrijk. Zo ontdekken wij dat er meer is dan het Limburgse Heuvelland.
Zo ontstaan er virtuele wedstrijden zoals vorige week de Ronde v Vlaanderen en onlangs de Ineos Swiftbattle én zo ontdekken we de tijdrijder in onszelf.Of het virtuele fietsen toekomst heeft, of dat het niet meer is en blijft dan een noodoplossing, zal de tijd moeten leren. Sponsoren zullen het voor nu toejuichen. Beter iets dan niets.Het Limburgs heuvelland en met name de inwoners in de driehoek Valkenburg- Slenaken-Vaals hebben voor tenminste een lang weekend genoeg aan zichzelf. Geen toeristen van welke pluimage dan ook. Inkomsten waren er toch al even niet maar nu blijft het echt rustiger en schoner.De kampioenschappen op de individuele tijdrit zullen spannender worden dan ooit. Iedereen heeft nu een keer zelf moeten ervaren hoe het is om vol in de wind te moeten fietsen. Niemand voor je of naast je en dus verstoppen is er niet bij. Niemand wordt daar slechter van. En dat gaan we terug zien de komende tijd,…komen de jaren misschien wel.Het is even wennen, geen vertrektijd afspreken en dus niet hoeven te wachten, je eigen route bepalen zonder rekening te hoeven houden met de zwakste schakel, geen eindtijd, geen dresscode maar ook geen koffiepauze. Maar ook niemand om je even uit de wind te houden of iemand die je kan helpen bij materiaalpech. En dat laatste is voor sommigen wel een dingetje.Leuk is het niet maar een straf is ook niet, dat solorijden. Én we weten waar we het voor doen.Dát besef is er bij velen onder ons maar helaas nog lang niet bij iedereen. Als je dan toch met z’n tweeën gaat fietsen (over meer dan twee heb ik het al hélemaal niet), dan blijkt het verdomde moeilijk om je aan de richtlijnen te houden. Met anderhalve meter afstand, is naast elkaar fietsen geen optie. Je brengt jezelf én andere eerder meer in gevaar dan dat het goed doet. Dus doe het niet. Als je dan echt niet anders kan….of wil: Achter elkaar fietsen is het devies én dan liefst met meer afstand. We weten allemaal dat een niestje  òf meer dan dat, verder reikt dan anderhalve meter.Ride solo, Stay Healthy, Stay Safe!Christopher!

Ik ga dit jaar de Tour winnen #opzoeknaarlichtpuntjes#

In deze voor iedereen zware, soms zeer sombere, tijden ga je op zoek naar lichtpuntjes. Ik heb er één gevonden.Alle (sport)evenementen worden afgelast of uitgesteld want iedereen, sportbonden, overkoepelende organisaties, maar ook de sporters zelf zijn het er over eens: de gezondheid gaat voor alles.De ASO, de álles bepalende organisator van de Tour de France, zou de ASO niet zijn om het net weer iets anders aan te pakken. Daar waar zelfs het machtige IOC de Olympische Spelen, die eind juli zouden beginnen, heeft uitgesteld, hult ASO zich in stilzwijgen. “De Tour wacht op niemand”, krijgt zo wel een heel belafen betekenis.Dat brengt wel met zich mee dat alle potentiële Tourrenners zich, bij het ontbreken van voorbereidingskoersen en zelfs straatverboden, op allerlei alternatieve manieren in conditie moeten houden. Op social media is te zien hoe bijv. Robert Geesink, Wout Poels en Valverde op het balkon op de tacx hun kilometers maken. En zo is er in België de Strava Challenge in waar Oliver Naessen 365 km noteerde en daarmee o.a. Laurens de Vreese uit wist te dagen. Iedereen werkt zich op zijn manier in het zweet, niet alleen de pro’s overigens, ook de recreatievelingen.Ik geef ze geen ongelijk. Ze hebben ongewild meer tijd dan anders, het is mooi weer én het mag (nog). Ik zou nu heel graag met ze willen ruilen.Maar pas op: ooit sprak ene J. Zoetemelk de legendarische woorden ‘de Tour win je in bed’. En in dat geval zeg ik ‘laat de Tour maar door gaan’Christopher

“Goede voornemens”….

Stoppen met roken, minder drinken, minder snoepen en meer bewegen waren altijd de meest gehoorde ‘goede voornemens’ zodra een nieuwe jaar zich aandiende.

Anno 2020 hebben we het bij de start van een nieuw kalenderjaar nog steeds veel van dezelfde voornemens maar dan net even anders. Zo gaan we massaal voor Dry-januari, wat zoveel betekent als een maand lang geen alcohol drinken (na de Nieuwjaars-toost dan). Voor de verstokte carnavalist is dat een ware uitdaging met alle prins-uitroepingen, recepties en zittingen van dien. Voor alle anderen is het even doorbijten maar na 30 dagen kunnen ze de schade inhalen,….duh.

Gezonder eten valt tegenwoordig onder de rubriek: duurzamer leven. De broodtrommel gaat weer rijkgevuld mee naar het werk. De fruitschaal is sneller leeg dan de voorgaande weken, maanden, àls deze al leeg werd gegetenen de warme lunch wordt overgeslagen.

De sportscholen varen er wel bij. We worden bedolven onder reclames als twee maanden gratis sporten bij een nieuw abbonnement en meer van dat soort acties. Nicotinepleisters, afslankproducten….En dan te weten dat de goede voornemens gemiddeld niet langer dan een maand duren.

En ja, ik betrap mer er zelf ook op. Een keertje extra sporten, alleen in het weekend snacken en een warme lunch overslaan…ach die ene maand…

Gisteren gewoon weer lekker door het Limburgsche heuvelland gefietst. Frisse, gezonde lucht opgesnoven, heerlijk! Vandaag aan de wandel, heerlijk! Dat is meer dan een goed voornemen.

Christopher!

Beste Daalhemmer…

Jij bent een graag geziene gast zeg! Zowel opwaarts als neerwaarts heb jij aan aandacht geen gebrek. Je populariteit heb je aan meerdere factoren te danken. De bron, het vertrekpunt, ligt in het populaire Valkenburg, aan het Grendelplein om precies te zijn. Daar moet er, door ons wieler-recreactieven, een keuze gemaakt worden tussen aartsrivaal Cau en jou. De Cauberg wint ‘t, maar net zoals bij de Alp d’Huez is het daarmee niet de fraaiste beklimming in de omgeving. De één heeft de naam, de ander de looks. Dat laatste geldt ook voor jou met je lekkere asfalt.

Met een stijgingspercentage van gemiddeld zo’n 3,5% en een max. van 7% is het een klim die we kunnen scharen onder de lopers. Een mooie gelijkmatige klim dus en die vinden we doorgaans erg fijn en dat zien we terug in de statistieken.

De ruim 20.000 Stravanten hebben samen bijna 70.000 keer naar boven gefietst. De beklimming telt ruim 1,8 km. De snelste deed daar 2,58 minuten over. In dit klassement moet ik het zelf doen met plek 886 in een tijd van 4.34min….een tijd waar ik overigens zelf best trots op ben, zie ’t allen als een uitdaging;). De snelste daler is een bekende en wel LtD, Lau van het vermaarde duo Bau&Lau. Met 71,8 km raasde hij als snelste van de ruim 80.000 Stravanten naar beneden. Die Stravanten deden dat in totaal ruim 246.000 keer. Niet zo vreemd want het is dan ook voor velen de laatste afdaling op weg naar de Cauberg cq finish.

Jij bent met een lengte van bijna 2 kilometer één van de langere beklimmingen in het Limburgsche heuvelland en zoals gezegd, echt stijl word je nergens.

Enfin, vanuit de bebouwde kom van Valkenburg is het aanvankelijk lekker peddelen. Klasbakken kunnen dit op het buitenblad maar dat is voor velen onder ons net te veel van het goede. Daar ben jij net te lang voor én in het middensegment net iets te stijl. Dat middensegment, term gestolen van de F1 broeders, ligt net buiten de bebouwing, ter hoogte van de Fluwelengrot. Daar is het even een tandje kleiner trappen maar dat is maar voor even want tussen de verderop gelegen bebossing kunnen we weer opschakelen. Dat kunnen we blijven doen want niet veel later bereiken we langzaam aan de laan met aan weerszijden grote bomen die vaak voor de gewenste meewind zorgen. Het stijgingspercentage gaat hier terug naar 3, 2,5 en 2%. Bij tegenwind valt het dan toch vaak nog tegen.

In de verte doemt dan het voor velen onbekende hokje/huisje/honk op wat toebehoort aan ASP, de organisator van grotbiken. Ja, terwijl wij naar boven fietsen, fietsen 40 meter diep ook gewoon recreanten rond.

Wanneer we de top hebben bereikt, maak je de deur voor ons open die ons via de plateaus verder het fraaie heuvelland in laat gaan. Gulpen, Vijlen, Vaals aan de ene kant, Bemelen, Noorbeek en Slenaken aan de andere kant.

Daalhemmer, je hebt veel te bieden, boven en onder de grond!

Christopher!

Christopher’s WielerJaaroverzicht, #net effe anders#

Zoals een beetje zichzelf respecterend blogger betaamd, kom je tegen het eind van het jaar met een jaaroverzicht. Ik kan dus niet achterblijven. Maar hoe kun je je in al het geweld van de top tien’s, beste, slechtste, mooiste of meest memorabele momenten van 2019 nog onderscheiden?

2019 was het jaar van Matthieu van der Poel. Dat is niets nieuws en terecht ook want wie fietst tegenwoordig nog in een witte fietsbroek? Niet zo maar een witte, nee, een bijna niets verhullende witte fietsbroek. Kranten stonden er vol van Studio Sport kwam nog net niet met een extra bulletin.

2019 was ook het jaar van de meest felbegeerde 3e plek in de Tour de France ooit. De tweede plaats van Tom Dumoulin een jaar eerder heeft minder aandacht gekregen dan de derde plek van Steven Kruiswijk dit jaar. Wedkantoren varen er wel bij.

2019 is het jaar van de hoge sokken of toch ook weer niet. Onder de modebewuste wielerrecreanten is dit een populaire accesoire maar voor de profi’s was het een no go dankzij de UCI.

2019 was ook het jaar van de doorbraak van de ketonen. In de zoektocht naar toegestane prestatie bevorderende middelen kunnen we aan de slag met ketonendrank, ketonedieet en wat al meer, naar goed voorbeeld van Froome&friends.

2019 is ook het jaar van de ‘kleinere’ koersen. De ronde van Arnhem en de Velomediane le Crique was voor ons, wielerrecreactieven zelf het hoogtepunt van het jaar; de Ronde v Lombardije was nog nooit zo groot als dit jaar maar zelfs de Nookere koerse en de Brabantse Pijl zijn groter gegroeid gezien het deelnemersveld en de het podium.

2019 is het jaar van de veelvraten, met respect gesproken, zeg maar de alleskunners. Wout v Aert, MvdPoel maar ook Alaphilippe mag hiertoe gerekend worden. Het hele peloton krabt zich ondertussen achter de oren: hoé dan?

2019 is ook het jaar van de wielersupporter. Van de liefkozende bidonaannemende kid, tot de corrigerende tik van Lopez aan het adres van een ‘supporter’ óp de weg. Ze eisten dit jaar veel aandacht voor zich op.

2019 was ook het jaar van de pechvogels zoals daar zijn Tom Dumoulin, Froome, Pinot, Wout v Aert en anderen. Volgend jaar nieuwe ronde, nieuwe kansen!

Christopher!

Aangeschoten wild

Normaal gesproken is het altijd wel even zoeken naar inspiratie, geschikte plaatjes, referenties en andere bronnen maar dit keer is er keuze te over….helaas. Sla de krant maar open of check social media: bijna wekelijks is het raak, zelfs in deze tijd van het jaar, waarin alleen nog de meest fanatieke wielrenners de weg op gaan: ‘Ongevallen’ waarbij wielrenners betrokken zijn, verkeersruzies en doorrijders na een aanrijdingen met wielrenners zijn bijna aan de orde van de dag. Vaak gaat het dan om wielerrecreanten maar ook (trainende) wielerprofs zijn niet gevrijwaard.

Doorgaans wil ik het hier luchtig houden en wil ik mijn ervaringen, ‘avonturen’ en mijn meningen met een vette knipoog beschrijven en met jullie delen maar dit onderwerp leent zich daar niet echt voor…tenminste niet om het luchtig te houden.. De titel van het onderwerp doet, zo kort voor kerst (diner) misschien anders vermoeden maar het gaat hier om een zeer serieuze aangelegenheid.

Laat ik voorop stellen dat ik en met mij, veel andere wielerrecreactieven, allemaal wel een een keertje zondigen; op een onbewaakt moment een bochtje te ruim nemen en op een vroege zondagochtend, wanneer voor de rest nog iedereen in bed ligt, per ongeluk een stoplicht over het hoofd zien en die bananenschil net naast de prullenbak mikken. Nee, we zijn, om toch maar een beetje in de sfeer te blijven, niet Roomser dan de Paus.

Maar als zo vaak verpest de kleine minderheid het vaak voor de overgrote meerderheid. Afval van repen en gels langs de kant van de weg gooien, net als de pas vervangen binnenband; de rotonde en kruispunten over ‘knallen’ zonder te kijken, niet één maar bijna alle stoplichten negeren, door de straten roepen tot zelfs schreeuwen en midden op de weg fietsen met z’n allen. Logisch toch dat medeweggebruikers zich hier aan storen. Daar mag ook gerust iets van gezegd worden, mijn part uit je je ongenoegen met de middelste vinger van je hand maar om dan geheel voor eigen rechter te gaan spelen, gaat toch echt te ver.

Ruitenvloeistof sprayen op fietsers, scheldpartijen, fietsers de weg af snijden of zelfs bewust fietsers aanrijden (om vervolgens door te rijden) met alle gevolgen van. Het gebeurt steeds vaker. We, fietsers, lijken wel aangeschoten wild.

Materiele schade is één maar erger is nog lichamelijk letsel al dan niet blijvend óf zelfs nog erger. Ik merk soms zelf dat ik meer en meer op mijn hoede ben wanneer ik een voertuig achter me hoor. Ik kan me voorstellen dat zoiets voor ervaringsdeskundigen (lees: slachtoffers) nog vele malen erger is. Psychische klachten sluimeren vaak nog lang door.

Nogmaals, het is de kleine minderheid die het verpest voor de rest en dat geldt zowel voor de fietsers als voor de medeweggebruikers maar die minderheden lijken wel steeds groter te worden en dat moeten we met z’n allen proberen te voorkomen.

Fijne Kerst!

Christopher!

P.s. Volgende keer wordt er weer lekker ‘gefietst’;)

Bonus km’s

Daar waar oktober 2019 de boeken in gaat als verregende fietsmaand, maakt november dit tot dusver weer helemaal goed. Voor de derde zondag op rij was het prima fietsweer. Droog, zonnig, nagenoeg windstil en met een tot 11 graden oplopende temperatuur, aangenaam.

De voorbije weekenden was het nog fris, tot zelfs koud, maar zoals al vaker gezegd, op de kou kun je je kleden. Natuurlijk is er ook goede regenkleding en zijn er prima windstoppers maar regen en wind, zeker in combinatie met vallende blaadjes, nodigen niet echt uit om een lekker rondje te fietsen.

De spinninglessen en de tacx bieden dan uitkomst. Het is niet vergelijkbaar met buiten fietsen maar het is hoe dan ook goed voor de conditie. Natuurlijk zou je kunnen kiezen voor de MTB of crossfiets maar dan moet die op de eerste plaats hebben en dan moet je dat ook nog willen. En dat laatste is in mijn geval wel een dingetje. Hij hangt aan de muur, die MTB, maar daar hangt ie goed;) Er gaat, wat mij betreft, niets boven de racefiets!

Zo ook deze zondag; nu de meeste bladeren van de bomen zijn én inmiddels ook door de lokale diensten zijn opgeruimd, is het goed fietsen in ons Limburgsche land. Het is hier en daar zeker nog oppassen bij natte weggedeelten en wat vorst aan de grond, zeker op de hoger gelegen plateaus maar voor de rest wast het goed toeven, deze ruim 70 km’s met z’n drieën door het heuvelland.

Samen met een alleskunner maar nu vooral de herintreder, na een fietssabatical óp een spikplinter nieuwe fiets en een van een van een verkoudheid herstellende kilometervreter, hebben we het ons zelf niet te moeilijk gemaakt. Een zorgvuldig uitgestippelde route bracht ons via de ‘lopers’ Bemelerberg en de Loorberg toch aan de nodige hoogtemeters. Na een korte koffiepauze ging het via Gulpen en Ijzeren weer terug naar het, door kerstmarktgangers bezette Valkenburg om vandaar uit terug huiswaarts te peddelen.

Al met al een relaxte rit door het heuvelland, aldus Strava. En dat in november! Ik noem dat bonus kilometers!

Christopher!

De Grote ‘wie gaat welke grote Ronde Rijden’ Quiz

Nu ook de najaarsklassiekers en de Aziatische wielercriteriums, want veel meer dan dat is het niet, achter ons liggen, moeten we en met we bedoel ik, de veelal tv-kijkende, wielerliefhebber/volger, waken voor het zwarte gat. Het zwarte gat wat de Bernals, Roglics’, Mollema’s, Groenewegens &co achterlaten na een enerverend weg-seizoen. Natuurlijk is er het veldrijden/cyclocross en zijn er de traditionele zesdaagsen maar net als het EK baanwielrennen is dat het allemaal nèt niet. Zeker nu vd Poel en Van Aert het veldritseizoen niet zo zullen kleuren als voorgaande jaren, lijkt het veldrijden deze jaargang als kijksport geen kansrijk alternatief voor bijvoorbeeld een Ronde v Lombardije of een Touretappe.

We moeten het dus doen met nabeschouwingen, transfernieuws, verkiezingen en veel nietszeggende klassementen. Je zou het ook komkommertijd kunnen noemen. Ware het niet dat er een soort van nieuw fenomeen ontstaan is de laatste jaren:

De grote wie gaat welke grote Ronde rijden Quiz.

Ik, als via-media-volger van de koers, het peloton en meer, kan me niet herinneren dat dit ‘vroeger’ ook zo’n issue was. En met vroeger zou ik het dan in mijn geval hebben over begin jaren tachtig en later. Maar dit geval moet ik dat wat nuanceren. Ik kan me namelijk niet aan de indruk ontrekken dat dit pas zo groot is geworden sinds Tom Dumoulin zich zelf als ronderenner wilde bewijzen. Laten we het daarom maar gemakshalve het tijdperk Dumoulin noemen.

Het is inmiddels zover dat de parcoursbouwers van de Giro, TdF en Vuelta onder invloed van van alles en nog wat hun ronde op maat proberen af te leveren. Maar op maat voor wie? Voor het publiek, voor de sponsoren, voor de media of voor de wielrenners? En juist die laatsten stemmen hun keuze weer af op de zwaarte van de parcoursen waarbij de verhouding tijdritkilometers-vlakke ritten-aankomsten berg-op, doorslaggevend zijn. Beetje ‘de kip en ’t ei verhaal dus.

Zoals al eerder besproken, hebben de Vuelta en zeker de Giro de laatste jaren behoorlijk aan populariteit gewonnen. De Tdf wint het weliswaar nog steeds maar dan vooral bij de volgers. Het winnen, of zelfs het behalen van het podium en/of etappe van een grote Ronde is het hoogst haalbare voor ronderenners.

De presentaties van de grote Rondes worden dus al kort na de laatste herfstklassieker aangekondigd en alsof het Prinsjesdag is, lekt nog voor d-day, een deel van het parcours uit. Op de dag zelf wordt er afgeteld naar de presentatie en dan is het zover. De Tdf komt voor het tweede opeenvolgende jaar met een Pinot-Bardet-vriendelijk parcours. Dus veel klimwerk, weinig tijdritkm’s. De Giro volgt een week later met een ‘iedereen is welkom’ parcours, waarna de Vuelta met een ‘dwars door de kerk in Breda’ parcours komt.

En daarmee is de quiz, wie gaat welke Ronde rijden, officieel gestart. De pijlen zijn daarbij vooral gericht het ambitieuze Team Jumbo Visma met hun drie potentiële podiumkandidaten maar ook de rol van topsprinter Groenewegen speelt mee. Wie wordt waar kopman van team Ineos, Trek-Segafredo en hoe gaat Lefevre zijn manschappen inzetten? Veel speculaties, vooral dat. En dat houdt de gemoederen én ons volgers deze tijden bezig. Het is niet meer dan een zoethoudertje in deze donkere maanden.

Dat het maar weer snel voorjaar mag worden!

Christopher!

Bauke, het is je gegund!

Ook vandaag weer….met deze fraaie overwinning in de 14e Touretappe!


Met de overwinning in de Ronde van Lombardije zette Bauke Mollema de kroon op een, voor wielerminnend Nederland, mooi en succesvol seizoen. Een seizoen waarin, uit Nederlands oogpunt, vooral Matthieu vd Poel, Steven Kruiswijk en Dylan v Groenewegen, alle aandacht voor zich op eisten en niet ten onrechte. In de luwte van deze grote Nederlandse sterkhouders, maakte Bauke Mollema, niet voor het eerst, een prima seizoen door en beloonde hij zich zelf met deze fraaie zege in één van de 5 wielermonumenten!

Bauke Mollema wordt bij het grote publiek bekend in 2013 wanneer hij samen met Laurens ten Dam, tijdens de Tour de France, lange tijd strijdt om een podiumplek. Dat lukt net niet maar het duo Bau en Lau heeft die zomer indruk gemaakt en zijn naam als ronderenner is definitief gevestigd. Tot die tijd presteerde Bau naar zijn vermogen maar aanvankelijk was dat veelal in de schaduw van Robert Gesink. Het winnen van het puntenklassement in de Ronde v Spanje in 2011 was misschien wel zijn opvallendste maar ondergewaardeerde prestatie tot die tijd. Pas jaren later, namelijk begin deze zomer, haalt Bauke door een schorsing van de eerdere winnaar Cobo, alsnog het podium van deze editie van de Vuelta. Het past wel bij de carrière van Bauke Mollema.

Bau is geen veel-winnaar, in tegendeel, maar hij grossiert wel in ereplaatsen, zowel in de grote ronden als in de kleinere rittenkoersen én eendagswedstrijden. Het gebrek aan explosiviteit staat overwinningen in de weg. Door vele volgers wordt het echter uitgelegd als een gebrek aan lef, aanvalslust en ze zetten Bauke vaak neer als een volger, plakker, een net-niet-renner, waarvan we er 13 in een dozijn hebben. Over zijn typische stijl van fietsen, scheef schokkend, harkend, en daardoor voor iedereen, zelfs voor Maarten en Herbert herkenbaar, wordt door velen lacherig gedaan. Ook de overstap naar team Trek kon aanvankelijk niet op veel begrip van de volgers rekenen. Maar Bauke is een echte sportman en een sportman gaat voor het hoogst haalbare, zo ook Bauke Mollema en zo zag hij dit zelf ook. Dit was een stap hoger op!

Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ook ik Bauke pas later ben gaan waarderen om de wielrenner die hij is. Als ik er zo aan terug denk was het de Tour van 2016 die daar voor zorgde. Bauke was de sterkste op de Mont Ventoux, op weg naar een heroïsche zege, gooide het weer en het Froome-loop-fiets incident echter roet in het eten. Hij kon die Tour door tegenslag niet afsluiten met een nieuwe mooie ereplek maar Bau toonde veerkracht door nog geen week later, solo, als winnaar over de meet te gaan in de Classico San Sebastian.

Niet die overwinning an sich maar vooral de veerkracht en de manier waarop hij deze zege boekte, oogstte veel lof, in ieder geval bij mij maar ook bij z’n collega-wielrenners. De blijdschap van grootheid en voormalig ploeggenoot Contador na de ritzege van Bauke in de Tour 2018, op overigens bijna identieke wijze als in de Classico, is daar een mooi voorbeeld van.

De manier van koersen zoals in díe Tourrit, de Classico én in de Ronde v Lombardije, is, net als zijn uitgesproken herkenbare stijl van fietsen, inmiddels zijn handelsmerk geworden. Dat vind ik, dat vinden vast ook meer mensen die dichterbij Bauke staan en dat lijkt Bau ook zelf te vinden. Bauke weet wat hij kan, weet waar hij goed in is maar hij weet ook heel goed wat hij niet kan en waar hij niet zo goed in is en dat samen gaat hem en dus ook ons, wielerfans, ongetwijfeld nog veel moois brengen en dat is je gegund, Bau!

Christopher!